Echo’s – Waar komen ze vandaan?
Als je ooit in een grote vallei bent geweest, heb je waarschijnlijk het wonder van echo’s uit eigen ervaring waargenomen, maar hoe werken ze? Dit fenomeen wordt een echo genoemd, die zijn oorsprong vindt in het Griekse ekho, wat ‘geluid’ betekent. Een echo vindt plaats wanneer een geluidsgolf weerkaatst op een oppervlak, zoals het water op de bodem van een put, en het geluid wordt naar u herhaald. Ben je bezig met het testen van geluiden, maar wil je een zo stil mogelijke ruimte? De walkway absorbers geven je de mogelijkheid om te lopen én te testen in dezelfde kamer.
Er zijn bepaalde basisvereisten waaraan een plaats moet voldoen om een echo te kunnen produceren. Een vereiste is dat de afmeting van het obstakel/reflector groot moet zijn ten opzichte van de golflengte van het invallende geluid (om reflectie van geluid te laten plaatsvinden). Een tweede punt is dat de afstand tussen de geluidsbron en de reflector ten minste 66 voet zijn (zodat de echo duidelijk hoorbaar is nadat het oorspronkelijke geluid voorbij is). Bovendien moet de intensiteit of het volume van het geluid voldoende zijn om het gereflecteerde geluid dat het oor bereikt hoorbaar te maken. Het originele geluid moet van korte duur zijn.
Hoe werkt echolocatie?
Hoe verder weg het oppervlak is, hoe langer het duurt voordat de echo naar je terugkomt. In theorie zou men aan de hand van een echo kunnen zien hoe ver een object weg is en hoe snel het beweegt. Dit wordt echolocatie genoemd en vleermuizen gebruiken echo’s om motten te vinden terwijl ze ’s nachts rondvliegen. Een vleermuis maakt gebruik van echolocatie door een klikkend of tsjilpend geluid uit te zenden, dat alle objecten in de buurt weerkaatst. Gelukkig voor vleermuizen hebben ze zeer grote oren en kunnen ze zelfs zeer zachte geluiden op bepaalde golflengten waarnemen. Hun hersenen helpen ook door de afstand tot en de grootte van het object te verwerken, evenals hoe snel het beweegt en waarheen. Het blijft geluid uitzenden en echo’s ontvangen totdat het zich op de mot richt en zijn maaltijd heeft.
Dolfijnen en echo’s
De dolfijn is een ander zoogdier dat echolocatie gebruikt. De dolfijn heeft een structuur in zijn hoofd die de fonetische (of sonische) lippen worden genoemd. Mensen produceren, net als bijna alle zoogdieren, geluiden met behulp van hun stembanden. De dolfijn heeft geen stembanden, maar ontwikkelde in plaats daarvan zijn klanklippen van wat ooit de neus van de dolfijn was. De dolfijn dwingt lucht onder druk door zijn klanklippen, en de lucht trilt en komt eruit als klikkend. Wanneer de klikken weerkaatsen van het object waarin de dolfijn geïnteresseerd is (dat wil zeggen, wanneer de echo optreedt), krijgt de dolfijn een mentaal beeld van dat object.